Introductie
Creative Commons biedt de makers van een werk de vrijheid om op een flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Met een Creative Commons licentie behoudt de maker al zijn rechten en geeft hij aan anderen toestemming om zijn werk te verspreiden, met anderen te delen of in geval van sommige licenties het ook te bewerken.
IViR verricht onderzoek op het gebied van open design en meer in het bijzonder over hoe de samenloop van intellectuele eigendomsrechten op werken van toegepast kunst (zoals het auteursrecht, het modellenrecht en het octrooirecht) kan worden geregeld, op zo'n manier dat er geen frictie ontstaat bij het gebruik van Creative Commons licenties.
Rondom open data moet worden onderzocht hoe de Creative Commons licenties kunnen worden toegepast gezien het feit dat data niet vatbaar is voor auteursrechtelijke bescherming. Onder de huidige versise van de Creative Commons licenties doet de rechthebbende bovendien afstand van zijn eventuele databankenrecht. Desalniettemin zijn zowel binnen de overheid als daarbuiten steeds meer dataproducenten en -gebruikers die graag met Creative Commons zouden willen werken. Onderzoek moet uitwijzen hoe de mogelijkheden en onmogelijkheden zich tot elkaar verhouden.
Achtergrond
Het Instituut voor Informatierecht (IViR) vormt samen met Nederland Kennisland en Waag Society het samenwerkingsverband Creative Commons Nederland (CC-NL). Doel van dit project is het ontwikkelen, introduceren en promoten van de Creative Commons-licenties in Nederland.
Creative Commons is een uit de Verenigde Staten afkomstige beweging, die is ontstaan uit onvrede over de versterking van het auteursrecht. In 2001 hebben juristen van Harvard Law School en Stanford Law School licenties ontwikkeld die de toegang tot werken op internet bevorderen en het gemakkelijker maken voor de auteur van een werk om dat werk beschikbaar te stellen voor gebruik. Inmiddels zijn er, naast de zes standaardlicenties, ook specifieke Creative Commons licenties ontwikkeld voor bijvoorbeeld sampling van muziek of film.
Deze Amerikaanse Creative Commons licenties zijn door Prof. Bernt Hugenholtz en Nynke Hendriks vertaald naar Nederlands recht. De officiële ingebruikstelling van de Nederlandse licenties werd verricht op 18 juni 2004 door Prof. Lawrence Lessig van Stanford University, één van de initiatiefnemers van Creative Commons in de Verenigde Staten.
Activiteiten IViR
Ten behoeve van het project Creative Commons Nederland doet het IViR juridisch onderzoek naar de toepassing van Creative Commons licenties in specifieke sectoren en naar bestaande belemmeringen voor het gebruik van licenties. Het onderzoek concentreert zich op de volgende onderwerpen:
– collectief rechtenbeheer;
– cultureel-erfgoedinstellingen;
– wetenschappelijke content.
Collectief rechtenbeheer
Met name in de muzieksector bestaat grote belangstelling voor het gebruik van de Creative Commons licenties. Het gebruik van de licenties kan echter in conflict komen met de aansluitingsvoorwaarden die door de collectieve rechtenorganisaties thans worden gehanteerd. Auteurs dragen doorgaans de rechten op hun bestaande en toekomstige repertoire over aan de rechtenorganisaties. Hierdoor verkrijgen de rechtenorganisaties (een belangrijk deel van) de exploitatierechten, terwijl de auteurs de zeggenschap over hun werken verliezen. Hierdoor zijn zij in beginsel niet langer bevoegd om hun werken onder een Creative Commons licentie aan te bieden. Vergelijkbare situaties doen zich voor in de relatie tussen auteurs en (muziek)uitgevers. Er zal onderzoek worden verricht naar hoe auteurs en uitvoerende kunstenaars (sommige van) hun werken toch onder een Creative Commons licentie kunnen verspreiden, zonder dat het stelsel van collectief rechtenbeheer wordt ondermijnd.
Cultureel-erfgoedinstellingen
Cultureel-erfgoedinstellingen die werken in hun verzamelingen en archieven voor het publiek toegankelijk willen maken, moeten hiervoor toestemming aan de rechthebbenden vragen, tenzij een auteursrechtelijke beperking van toepassing is. De wettelijke beperkingen van het auteursrecht bieden echter weinig ruimte voor dergelijke vormen van hergebruik, terwijl de rechthebbenden op 'oude' werken dikwijls zeer moeilijk te traceren zijn. Een complicatie vormt in dit verband het feit dat veel cultureel-erfgoedinstellingen zowel gedeeltelijk rechthebbende als (her)gebruiker zijn ten aanzien van de in de collecties opgenomen werken.
Wetenschappelijke content
Binnen de wetenschap zijn diverse perspectiefrijke toepassingen mogelijk voor de Creative Commons licenties of andere open content-modellen. Interessant is de vraag welke rol hierbij is weggelegd voor de universiteiten zelf. Enerzijds maken de universiteiten, als werkgevers van de wetenschappelijke auteurs, in toenemende mate aanspraak op eigen auteursrechten. Tegelijkertijd zijn de universiteiten grootgebruikers van wetenschappelijke werken, en uit dien hoofde direct gebaat bij de brede toepassing van open content-modellen.
Communia
Het COMMUNIA netwerk richt zich op het publieke domein in het digitale tijdperk. COMMUNIA probeert het publieke domein in Europa een stem te geven, via conferenties, workshops en publicaties. Zo zal er op 20 en 21 oktober in Amsterdam een workshop worden georganiseerd met aandacht voor de juridische en economische onderwerpen die verband houden met het certificeren van werken in het publieke domein en het vrijgeven van intellectuele eigendomsrechten in Europa. COMMUNIA wordt gefinancierd door de Europese Commissie in het kader van het eContentplus programma. Het netwerk startte zijn activiteiten op 1 september 2007. De Universiteit van Amsterdam is één van de oprichters van COMMUNIA.
COMMUNIA richt zich onder andere op alternatieve manieren van het verlenen van licenties voor het gebruik van werken, waaronder Creative Commons. Meer informatie over COMMUNIA is te vinden op de website van COMMUNIA.